Column, 19 april 2016

Commons

Column uitgesproken bij de start van Atelier #2 van het project Straatwaarden.

Een maand geleden zijn we gestart met het eerste atelier van ons onderzoek genaamd Straatwaarden. Thema was Placemaking. Thema van vandaag en morgen is Commons. Ik heb toen – met name aan de hand van foto’s – u iets verteld over Amsterdam Creative Industries Network , ook wel ACIN. Ook nu is mij gevraagd de link met ACIN te leggen als coördinator van het Heritage Lab, één van de labs binnen het netwerk.

Ik zie een aantal nieuwe gezichten, een aantal bekende. In plaats van foto’s probeer ik deze keer in enkele minuten een beeld te schetsen en neem ik u mee op een korte trip naar buiten. Vorige week donderdag was in Amsterdam Noord de ‘Innovation Expo’. Het is een tweejaarlijks evenement, waar – volgens de website – “economische groei en de kwaliteit van leven in Nederland” centraal staat. Het thema dit jaar was een ‘Sustainable Urban Delta’. Hoe ziet de stad van de toekomst eruit? Circa 400 standhouders – universiteiten, overheden, ondernemers – en vele presentaties. Vanuit het thema van het Heritage lab – waarover straks meer - ging ik daar naar toe. De stad van de toekomst, ik was benieuwd in hoeverre er aandacht besteedt zou worden aan bjivoorbeeld de identiteit van de stad, en de rol van erfgoed daarin.

Een bezoek aan Noord begint met de overtocht met het pontje vanaf Centraal Station. Wie is al bekend met de vernieuwde inrichting van de achterkant, met de eerste ‘shared space’ in Nederland.

Het Parool kopte enkele maanden geleden: “Ongelooflijk, maar er gaat niets mis in shared space”. Voor degenen die het nog niet gezien of ervaren hebben, of misschien zich er niet van bewust zijn geweest toen ze het pontje namen:  achter het Centraal is een experiment ingezet. Alle verkeersborden zijn weggehaald, voorrangsregels zijn er niet. Fietsers en voetgangers moeten het zelf uitzoeken. En dat op de drukste plek van Amsterdam, waar dagelijks ongeveer 21.000 (brom)fietsers en 18.000 voetgangers de ruimte delen. Bijna 40.000 gebruikers per dag, zonder ongelukken.

De voortrekker vanuit de gemeente van dit experiment, Ruwan Aluvihare, zegt: "Het gaat zoals ik hoopte, beter zelfs. Mensen maken contact, kijken naar de mensen met wie zij de ruimte delen. Het maakt dat mensen weer mensen worden.”

Een mooie uitspraak, passend bij het thema van het vorige atelier: placemaking. Toen hadden we het over de vraag wat nodig is om van betekenisloze ruimte betekenisvolle plaatsen te maken. Daarbij zochten we naar – op het eerste gezicht - zoiets ongrijpbaars als ‘kwaliteiten’ en de ‘relaties’ daartussen, en in het bijzonder op de Wibautstraat.

Terug naar Amsterdam Noord. Na de oversteek zat ik in Eye, bovenin in de arena, met uitzicht op Centraal – wederom de achterkant en voorbijvarende schepen. De eerste lezing was van Maarten Hajer, politicoloog, planoloog en hoogleraar Urban Futures aan de Universiteit Utrecht. Om een toekomstbestendige samenleving te ontwerpen, is een andere samenwerking tussen wetenschap, bestuur en samenleving nodig. En een ander vocabulair en andere denkbeelden (hij noemt het imaginaries) bleek vooral bleek uit het verhaal van Hajer. Want het woord ‘ontwerp’ neigt al te veel naar de modernistische aanpak: het uitrollen van een concept, institutioneel, top down. Er is nu meer vraag naar bottum up “learning cities”, waar in platforms gezamenlijk gewerkt wordt, kennis gecreëerd en ervarigen gedeeld. Geen ‘smart cities’ – een begrip dat toch ook regelmatig gebruikt wordt als het om de toekomst gaat - maar ‘intelligent communities’.

Interessant. Wat mij echter opviel was dat op het terrein, waar 180 projecten gepresenteerd werden, de techniek centraal stond. Innovatieve technieken, dat zeker. Maar het vocabulair was behoorlijk traditioneel. Het terrein was opgedeeld in thema’s als energy resources en mobility and infrastructure, bit data and sensors, built environment, food and health.

Met het verhaal van Hajer en de thema’s van onze ateliers in gedachten, vraag ik mij toch af of er niet meer nodig is voor de verandering waarvan iedereen weet of aanvoelt dat deze nodig is, maar niet weet hoe deze eruit ziet of gevormd moet worden. Gaat stadmaken niet ook om een andere attitude? En waarom zie ik daar zo weinig van hier? Moeten wij – of jullie – niet hier staan over twee jaar?

Want daar gaat dit Heritage lab over, waar de voglende twee vragen centraal staan:

1. Verandert onze kijk op erfgoed als gevolg van de veranderingen in de samenleving?
2. Welke rol kan erfgoed spelen in de transitie naar een meer duurzame en inclusieve samenleving? 

Duidelijk is dat de er nieuwe rollen nodig zijn, maar nog iedereen zoekt naar wat dat kan zijn. Terugkerend begrip –ook bij de innovation expo, maar is het debat over de stad van de toekomst die breed gevoerd wordt - is circulariteit. Zoals iemand laatst zei: “de cirkel moet nu echt rond gemaakt worden”. De cirkel is het symbool van het thema van vandaag en morgen, Commons. Een nieuwe houding, een andere blik. Dat vraagt vooral ook aandacht voor meer dan techniek, aandacht voor de gemeenschap. En voor vandaag en morgen ook de vraag wat de rol van erfgoed kan zijn, de rol van de erfgoedprofessional. Want ik geloof dat naast de aandacht voor techniek, de verandering vraagt om een andere manier van samen-leven en dat denken over en vanuit erfgoed en identiteiten hierbij een rol kan spelen.