onderzoek, 2019-2020
De verandering waard
Het woningtekort is historisch hoog en de bestaande woningvoorraad sluit onvoldoende aan bij de hedendaagse en toekomstige vraag, zowel wat betreft de woonbehoefte als duurzaamheid. De oplossing ligt grotendeels in het beter benutten van de bestaande voorraad en bouwen binnen bestaand gebied. Dat betekent een combinatie van sloop, nieuwbouw en woningverbetering. De vraag is in hoeverre erfgoedwaarden een rol kunnen spelen bij bouwen in bestaand gebied.
Ingrijpen in gebouwen en de gebouwde omgeving is van alle tijden, maar in het bijzonder van de moderne tijd, de 20ste eeuw. De sanering van historische binnensteden is voltooid. Staan de naoorlogse woonwijken een soortgelijk proces van opknappen en verbeteren, beschermen en beheren te wachten? Het architectonische en stedenbouwkundige erfgoed van de tweede helft van de twintigste eeuw – de wederopbouw en het ‘post65’-erfgoed – dreigt nu immers te verdwijnen of aangetast te worden onder invloed van huidige opgaven. De vraag is echter of en in hoeverre deze vaak experimentele woonwijken herstel en aanpassing verdragen. Dit onderzoek focust op ontwerp, realisatie, ontwikkeling en tot slot transformatie van één naoorlogse wijk: Tuindorp Frankendaal in Amsterdam Watergraafsmeer.
De wereld van het (ruimtelijk) erfgoed is vorige eeuw verregaand gespecialiseerd, wat gepaard ging met een sterkeinstitutionalisering van de erfgoedsector. Eind twintigste eeuw is het begrip erfgoed verbreed, waarbij meer ruimte is voor meerstemmigheid en een meer dynamische benadering van erfgoed. Dat vraagt ook om nieuwe concepten voor de waardering van ruimtelijk erfgoed, zoals de landschaps- of culturele biografie en gebruiksgeschiedenis. Hierbij staat juist de graduele ontwikkeling en verandering van objecten en landschappen centraal.
Als methode om veranderingen in (de omgang met) de gebouwde omgeving) te analyseren is gekozen voor herfotografie. Herfotografie is afgelopen jaren als onderzoeksmethode in opkomst, voornamelijk in de monitoring van landschappelijke veranderingen. Voor dit onderzoek is een ‘beeldatlas’ ontwikkeld door Tuindorp Frankendaal systematisch opnieuw in beeld te brengen, uitgaande van als ‘nulmeting’ van een selectie archieffoto’s uit de Beeldbank van het Stadsarchief. Herfotografie dwingt om verder te kijken dan de ontwerp- en realisatiefase, maar schijnt juist ook licht op de fase daarna, de fase waarin een wijk tot wasdom komt en geleidelijk verandert. Ook wordt daarbij de gehele wijk in ogenschouw genomen, waar architectuurhistorisch vaak alleen de experimentele bebouwing besproken wordt: ‘Jeruzalem’, onderdeel van het Amsterdam Uitbreidingsplan.
Als rond de eeuwwisseling, circa vijftig jaar na oplevering van de wijk, de eerste herstructurering dreigt, ontvouwt zich een debat over de waarde van Tuindorp Frankendaal. Architectuurhistorici roemen het oorspronkelijke ontwerp van roemen. Bewoners waarderen niet zozeer hun woning zelf, maar het buurtgevoel en groen van het tuindorp. Dankzij de gezamenlijke inspanning van monumentenzorg en enkele bewoners krijgt een deel van Jeruzalem uiteindelijk een monumentale status. De aanpak echter van zowel deze monumentale blokken als de niet monumentale blokken is zeer divers. In combinatie met de gebruiksgeschiedenis van de gehele wijk vanaf de jaren vijftig, is het resultaat vandaag de dag een hybride architectonische en stedenbouwkundige omgeving.
Geconcludeerd kan worden dat een traditionele benadering van bescherming en behoud –die voor 19de-eeuwse bebouwing gebruikelijk is en goed uitpakt – voor seriematig ontworpen naoorlogse woonwijken niet het gewenste resultaat heeft. De aanpak die voor Jeruzalem is gekozen – aanwijzing en bescherming – lijkt zo een kostbare, doodlopende weg. Toch is de kans groot dat vele wijken in Nederland die nog transformatie wacht, voor dezelfde aanpak gekozen wordt: bescherming en kostbare behoud-strategieën.
Dat leidt tot de vraag of niet zozeer het oorspronkelijke ontwerp, maar juist de verandering – de gebruiksgeschiedenis – onderdeel van de waardering én de aanpak in transformatie-opgaven zou moeten zijn. Hiermee zou een dynamische omgang met erfgoed in de praktijk invulling gegeven kunnen worden. Juist door gebruiksgeschiedenis te waarderen, is de kans op behoud met een toekomstperspectief reëel.
Asseldonk, Nancy van. ‘De verandering waard.’ Masterthesis Vrije Universiteit, Heritage Studies, 2020.